Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want wij zijn knechten; doch in onze dienstbaarheid heeft ons onze God niet verlaten; maar Hij heeft weldadigheid tot ons [17]geneigd voor het aangezicht der koningen van Perzie, dat Hij ons [een weinig] levens gave, om het huis onzes Gods te verhogen, en de [18]woestigheden van hetzelve op te richten, en om ons een tuin te geven in Juda en te Jeruzalem. 17. Gelijk boven, hfdst.7 vs.28. 18. Om het vervallen huis Gods en den godsdienst te herstellen. 19. Of, muur, als om de wijngaarden van losse stenen pleegt opgehoopt te worden; hij wil zeggen: dat God hen enigszins begonnen had te verzekeren tegen de omliggende vijanden.